Driedaagse trip door de grensregio

Dinsdag 
Sinds twee jaar geleden had ik de topokaart gekocht bij een goede reisboekhandel in Arnhem. En ook dit keer weer was ik een maand voor de fietstrip driftig begonnen wijs te worden over de juiste route. Met een relaxte traptempo op de ligfiets zou dat minder ver plannen zijn waar vorig jaar mis was gegaan. Toen kwam ik 's avonds nog net voor het donker aan bij de Airbnb. Door de grensregio trappen zou ik ditmaal noordelijker de fietspaden verkennen.
Voordat ik Gendringen bereikte had ik de Montferlandberg met gemak overwonnen. Dat bewees dat het zonder trapondersteuning prima uit te houden was. Na Gendringen zou ik een ander land inrijden en mij verzekeren dat de roze fietspaden ontbraken. Vanaf dan zouden de fietswegwijzers mij eenvoudig de juiste richting wijzen naar mijn doel. Of dat ook klopte om uiteindelijk bij het overnachtingadresje aan te komen was alleen gepland. Er waren in het terrein immers meerdere afstanden op de fietsbordjes om uit te kiezen. Daar hield ik van.
 
Om in Anholt een stukje van de Niederrheinroute te volgen durfde ik wel, ik wist ongeveer waar ik wilde uitkomen. Het rustige riviertje waarlangs een fietsdijkje liep verliet ik na twee kilometer om aan de andere kant Dinxperlo te bereiken. De taal is was duidelijk te lezen toen ik over de Heelweg de huizenbouw bekeek. De vergelijking tussen Hollandse bakstenen en Duits houtwerk (met stucwerk) maakte een duidelijk verschil in welk land de bewonershun onderkomen hadden. De grensweg volgend kwam ik langs de JUMBO en PENNY -supermarkten slechts twee kilometer van elkaar lagen. Verderop lag het stadhuis met de twee landsvlaggen gedrukt op de glazen loopbrug over de straat. De grensregio zou ik nog een tijdje volgen om dan niet meer linksaf te slaan en om te keren mocht ik naar huis willen. Maar om in juli te trappen en het interessante museum in een eerder bezochte plaats waren te verleidelijk. 

Ik wilde Bocholt vanaf noordelijke richting bereiken waarbij het Nederlandse knooppuntensysteem niet meer gold. Bij nummer 28 moest ik afslaan om de 10 kilometer tot de plaats af te leggen. Het werden wel de kilometers, maar niet de noordelijke binnenkomst. Om bij KINO uit te komen en linksaf het centrum in te rijden was niet voorzien. Toch ging ik rechtsaf om de Industriestrasse te bereiken waar ik hoopte een uur rond te hangen. Langs de rode bakstenenmuur en over het nieuwe bruggetje zag ik het immense gebouw liggen. Een meevaller was dat het museum zich aan de achterzijde bevond en gratis entree blijkbaar heel normaal was. Een tegenvaller was dat alleen het restaurant een wifi-bereik had en mijn Smartphone dat niet kon snappen. Ik moest mij er nou eenmaal bij neerleggen en mij troosten dat het hotelletje misschien in een goedwerkend internetbereik had geïnvesteerd.


Woensdag
 
De etappe naar Vreden had een minder grote afstand dan gisteren, al was dat aan deze kant van de grensregio toch anders. Zo gedetailleerd als de Nederlandse knooppunten inelkaar gevlochten zijn, zo creatief zijn de Duitsers bij het uitkiezen van hun wegwijzers. Bij Barlo begon ik al te twijfelen, aangezien er geen richtingen stonden aangegeven, om vijf kilometer verder wel af te kunnen slaan naar de velen plaatsen in de omgeving. De auto's werden naar Winterswijk verwezen, ik had wel vijf plaatsen die mij allen langs een grote melkboerderij lieten trappen. Wat daarna kwam had ik niet verwacht, toch hoorde dit toch wel bij ongebaande weggetjes volgen. Het lange zandpad hield lang genoeg aan om even af te stappen en de keien ook lopend over te gaan. Mijn hard opgepompte banden konden deze binnenweggetjes makkelijk aan. Op de grote rotonde bevond ik mij op slechts een kilometer van Barlo wat ik nog niet besefte. Ik had geen lunch meegenomen en moest dus de eerste beste supermarkt zien te vinden om alsnog wat gezonds te kopen. Pas na Oeding zou ik een rustig wachthuisje vinden om de gekochte broodjes op te eten. Om deze plaats te bereiken koos ik toch maar voor de kortste weg, ik had even genoeg van de zandpaadjes. Toen ik eindelijk linksaf kon, volgens het fietsbordje, had ik al wat vrachtwagens en auto's op slechts 20 meter afstand voorbij zien komen. 
Om na het kleine plaatsje Wesener in Südlohn aan te komen baalde ik wel van. Het was niet gepland!
Gefrustreerd bekeek ik de topokaart uit mijn rugzak en kwam vreemd genoeg tot een juiste analyse. Via de Ortsmitte (centrum) zou ik noordwestelijk via de enclave HORST de eindplaats kunnen bereiken. En twee kilometer verder was het al helemaal niet moeilijk meer. Voordat het bordje van STAD VREDEN stond aangegeven was ik een minihanger gepasseerd waar vliegtuigjes konden op stijgen en landen. Het donkerblauwe en dikke teer was niet in dit land geasfalteerd, dus was het een samenwerking met het nabije Nederland. 

Na een klein fietsweggetje onder een kanaalbrug moest ik wachten. Een landwagen en grasmaaimachine blokkeerden het roze grindpad. Al na twee minuten was het de kortste wachttijd voor vandaag. Het tweede museum van deze fietstrip was van naam veranderd, wat de vrouw van de receptie mij duidelijk maakte. De omdoping van HAMALANDMUSEUM naar KULTMUSEUM was om onbekende reden gedaan. Langs de eendenschilderijen was ik snel doorheen, de geschiedenis van de grensstreek op de bovenverdieping was interessanter. Zelfs de Achterhoek en Twente, hadden invloeden gehad op dit Duitse Münsterland. Ook de politieagent op het beeldscherm vertelde geboeid over de slagbomen en wachthuisjes uit de jaren tachtig.

Donderdag
 
Terugtrappend naar de landgrens was slechts een uur. De grenspaal stond naast de kleine picknickplaats met Nederlandse prullenbak en speeltoestellen. De molen bij de Meddelose plas stond op een vreemde plaats. Toen ik via zandpaadjes Winterswijk doorreed was de Duitse Flamingroute niet afgelopen en was route 20 eveneens niet afgelopen. Ik besloot om niet via het treinstation de plaats uit te rijden, maar route 20 te blijven volgen. Ik wist dat er meerdere wegen liepen naar Aalten, mijn volgende tussenstop. Ik was niet voor niets op een fietstrip!

 
Helaas hielden de zandweggetje bij de bebouwde kom van Aalten niet op, waardoor ik de Bredevoortseweg nam naar het centrum. Nog een omweg maken kon makkelijk. Nog ruim drie uur had ik om via binnenweggetjes naar mij overnachtingsadresje in Terborg te trappen. Varsseveld kon mooi als tussenstop voor cola met gebak worden gebruikt. De weg naar Dinxperlo had een afslag naar weggetjes die automobilisten niet of nauwelijks kennen. 

Rond vier uur zocht ik tevergeefs naar een bankautomaat. Helaas zonder papieren geld fietste ik de toeristische route over twee bruggen over de snelweg. En zonder roze fietspad leek het sterk op het asfaltweggetje uit Duitsland. Hierna belandde ik direct in het centrum van Terborg. Om alweer een pizzeria op te zoeken ging mij te ver. Zeker na twee avonden Döner Kebap en een hamburger. Een friettent gelegen voor een supermarkt was mijn enige mogelijkheid. Voor restaurants moest je niet in dit Achterhoekse plaatsje zijn.
Het besluit om om zeven uur bij een huis twee straten verderop te komen ging goed. Een jong meisje deed open, en niet de vrouw bij wie ik overnachtte. Deze zou ik later ontmoeten.
Ze liet mij de nette kamer met twee bedden en bijbehorende antieke stoeltjes zien. Uitgerust stapte ik de volgende ochtend de woonkamer binnen en schrok bij het zien van de lege ontbijttafel. Een misverstand, waar de vrouw des huizes niet moeilijk over deed. Tenminste ik moest haar eerst opbellen en na vijf minuten kwam ze thuis. Gelukkig voor mij maakte ze alsnog twee warme broodjes met thee.