Trappen over de VIA ROMA fietsroute


Van Rheden naar Rinderen

    


Deze maandag in de laatste week van juli had ik gereserveerd voor mijn fietstripje. Het Duitse landschap zwerfde ik ditmaal door met de VIA ROMAROUTE. Ik was niet van plan veel Romeinse bouwwerken tegen te komen, al zou dat wel kunnen bij het lezen van de fietsroute op de website. Om in Nijmegen te beginnen moest ik vanuit mijn dorp Rheden nog een eindje trappen. Vooral om de dijk te volgen naar Bemmel leek mij afzien. De aansluiting van waar de Rijn aansluit op de Waal bereikte ik bij fort Pannerden. Hier trapte ik naar het westen met straks het uitzicht op de brugwerken van Nijmegen. Maar niet alleen dat. De vele huizenbouw, in mijn geval voor Nijmegen, was goed te zien, aan de omdoping van nieuwe straten en zandwegen voor  levering van cement en bakstenen. Daartegenover de Waal lag de Ooijpolder, een natuurgebied dat ik wilde doortrappen over eerdergenoemde fietsroute. Officieel was ik nog enkele kilometers hiervan verwijderd, het centrum van Nijmegen had ik in tien minuten bereikt. 

Mijn pauzeplek voor de lunch bevond zich op een bankje met uitzicht op de Waalbrug en heuvelrug aan de linkerkant. De dijk afrijden naar het plaatsje Ooij ging zonder problemen, alleen in het dorp wist ik niet meer of ik direct naar Beek moest of eerst naar Persingen. Het oppakken van de kwijtgeraakte fietsroute leidde naar het tweede plaatsje, haast wel een buurtschap. In het plaatsje aan de voet van de heuvelrug begon het uitdagende parcours, bijgestaan door de zomerse temperatuur van tegen de dertig graden. Schuin rechts omhoog was mij te steil. Het lopend duwen met de ligfiets ging door tot net voor de bebouwde kom van Berg en Dal. Niet eerder was ik hierlangs gereden. Ik zou nu verder willen afdalen naar het Duitse Wyler, dat ik naar wist, op het laagste punt van deze regio lag. Maar zoals altijd liep het ietwat anders. Ook buiten Berg en Dal is niet gezegd dat het afdaalt. Wel tweemaal reed ik door de zware stukken van de lössgronden die waren uitgesleten. Ik was niet blij of verrast om Duitsland in te rijden. Het oversteken van de doorgaande weg naar Kleve was al typisch buitenlands te noemen. Om Kleve te kunnen halen wilde ik nog wel een omweg maken. Hier zou ook mijn einddoel met aankomst hopelijk rond etenstijd. Via Zyfflich bereikte ik Kranenburg wat ik nergens mee kan aanduiden. Natuurlijk, de typische kerktoren, maar niet met een bekend bouwwerk. Het kwam mij ook niet bekend voor, ik lette er niet niet op. 

Om mijn dorst te lessen, onder andere door de klim in Beek, bestelde ik twee keer een glas cola bij de eigenaresse in de winkelstraat. Ze maakte hierover geen vraag, wat mij wel beviel. Op de weg naar mijn eindplaats durfde ik het aan een kleine omweg te maken naar Merte, ook omdat ik mij net had volgedronken. Als bij wonder kwam ik rond zes uur aan over het kaarsrechte fietspad langs de vroegere spoorlijn. Ik trapte door naar het centrum, ik kreeg steeds meer trek naar een lekkere pizza of schotel. Op Google Maps kon ik weinig vinden, gelukkig boden de twee oudere vrouwen uitkomst. Vorig jaar had ik dat ook gedaan, het vragen aan een oude man met succes. Ditmaal bevond de eetgelegenheid zich op nog geen honderd meter afstand. 

Mijn overnachtingadresje lag niet in Kleve, ongeveer twee kilometer ten noordwesten in een plaatsje dat ik binnen een half uur bereikt had. Om echter de supermarkt te vinden waar ik linksaf moest, lukte mij niet direct. Het vragen en verkeerd onthouden van het huisnummer zorgde dat ik een half uur te laat aankwam bij het grote landhuis. De eigenaresse Lotte begroette mij hartelijk en wees mij ook een plek voor mij ligfiets: een oude paardenstal met naast de schuurruimte nog een plek voor twee pony's. Dat was nog de enige herinnering aan de vroegere stal. De vele koppen thee waren het resultaat van een dag relaxt trappen. 


Van Rinderen naar Nijmegen 




Ik had goed geslapen, mijn groene horloge gaf acht uur aan. Over een half uur had ik de ontbijttijd gereserveerd, het was geen hotel, toch had ik het vriendelijk aan Lotte doorgegeven. De kilometers naar mijn einddoel waren meer als gisteren, toch kon de zomerse warmte, ongeveer acht graden lager, nog parten spelen. Ik mocht niet vergeten mijn armen en nek in te smeren, er bestond nog altijd kand op verbranding. 

Net na negen uur ging ik op weg, met als aftrap een overbodig rondje door Rinderen. Gelukkig wist ik door terugfietsen de kaarsrechte spoorrails van gisteren terug te vinden. Ik wilde naar Kranenburg, de landsgrens over, om via Groesbeek het Brabantse Cuyk te bereiken. Over wanneer ik de Nederlandse grens zou bereiken wist ik nog niet. Niet dat het regende voor tien minuten, dat was natuurlijk wel voorspeld. Om in Cuyk, en dus Nederland, te komen wist ik de route alleen van de digitale topografische kaart. Gisteren waren de heuvels mij slecht bevallen, dan kon het op deze route door de bossen nabij Groesbeek toch heel anders zijn. Helaas, ik moest de ene tegenslag na de andere verwerken. 

Iedere Nederlandse plaats kent wel een weekmarkt of rommeltjesmarkt, waar een grote parkeerplaats wordt afgezet. DE te volgen fietsroute belemmerde de doorgang om het centrum door te trappen. Vervolgens remde ik in de wegwaaiende regen  zo hard dat een remblokje wegschoot. Zonder dat ik het wist! Het zoeken naar een manier om toch in Cuyk te komen mislukte. De doorgaande weg naar Mook voor gemotoriseerd verkeer bood een uitkomst. Als ik voor twee uur bij het pontje in Cuyk wilde arriveren moest ik sowieso niet te lang in Groesbeek blijven. Naar het westen door de bossen is makkelijk gezegd. Niet iedere weg leidt rechtstreeks naar de volgende plaats. Ik koos voor de toeristische fietsroute wat een vervelend zandpad betekende. Ik durfde niet verder met mijn ligfiets, bang dat ik vast kwam te zitten. Dan maar een omweg over het asfalt! Toen ik de man en vrouw tegenkwam bij het naar benedenlopend wandelpad zat ik op een honderd meter verwijderd van Mook. 

De paddenstoel had mij in deze vreemde situatie gestuurd. Voor mountainbikes was het zandpad wel te doen, ik zou toch weer terug moeten. De man stuurde mij terug, op een aflopende zandweg naar een asfaltweg richting Mook. Dan zou ik toch nog goed uit kunnen komen. Ik kruiste tien minuten later opnieuw de weg van de man en vrouw, ik had een afslag verkeerd ingeschat. Balend ben ik op aanwijzingen naar beneden afgedaald, ook over grasland met twee smalle zandpaadjes, waarover een auto of tractor makkelijk zou kunnen rijden. 

De regenbui en de afdaling naar Milsbeek haatte ik nog het meest, toen ik een half uur later het veer op de Maas bereikte. De twee enorme kerktorens lagen recht tegenover mij wat betekende dat ik binnen enkele minuten Cuyk kon binnenrijden. Het bedrag voor een nieuw remblokje viel reuze mee, alleen niet het vervolg van de VIA ROMA route. Ik vond op Google Maps de Beerseweg, de weg naar Beers, zodat ik het plassengebied zou bereiken dat de vorm van een linkerschoen had. Het zou een uur duren om op die manier bij de A73-brug over de Maas te raken. Omdat ik vermoedde dat ik dat niet zou redden met de aankomsttijd aan de rand van Nijmegen sloeg ik de omweg over. 

Aan de overzijde van de rivier zag ik Heumen liggen en pas later Malden, niet echt bijzonder dorpen. Alleen om doorheen te fietsen naar mijn einddoel. De toeristische fietsroutes gingen over smalle fietspaadjes die mij aan de rand van Nijmegen leidde. Ik was toch te vroeg, daarom was de route naar Heilig Landstichting heel redelijk. De klim was niet in de brandende zon, er waren voldoende bomen om het zonlicht te verminderen. Langs de Groesbeekseweg lag mijn overnachtingsadresje, het was echter nog geen avond en ik moest ook een pizzeria en supermarkt vinden. Later, tegen zeven uur bereikte ik het authentieke rijtjeshuis, tegenover de grote kazerne. Gastvrouw Reneé hielp mij vriendelijk met de rugzak naar boven over de trap. Het bed dat uitzicht bood op het raam koos ik. Mijn uitzicht uit het slaapkamerraam was best aardig. Het grote terras met voldoende luifels en stoeltjes was al leegelopen, de klanten waren teruggegaan naar huis. En daarmee dus het grote evenement dat ook voorbij was. 

Van Nijmegen naar Rheden 

Voor het terugrijden naar mijn dorp wilde ik beslist niet een standaard route kiezen. De Snelbinder, een fiets/wandelbrug over de Waal, wilde ik beslist niet missen. Voordat ik Bemmel bereikte, waren er huizen gebouwd op een grote waterplas. Net als in Amsterdam, alleen dan nieuwbouw aan de rand van Nijmegen, waar de uitbreidingsplannen van een geheel nieuw stadsdeel hier al waren uitgevoerd. Het veerpontje nabij Huissen nam ik opnieuw, nu in tegenovergestelde richting. Het bedrag dat nodig was voor het tweede pontje was te weinig. De brug net buiten Westervoort was daarom de uitkomst om over het bekende fietsdijkje terug te rijden. 

Geen opmerkingen: