Driedaagse Fietstrip Münsterland

Volop met zomerse temperaturen ging ik vol goede moed op pad. Wetend dat de zon rond 22.00 uur onderging had ik een groot gedeelte van de avond om door te trappen. Ik dacht niet aan verbranden van mijn armen of nek, ik wilde gewoon mijn overnachtingsadres halen. Het Duitse Münsterland zou vooral rustige weggetjes en kleine dorpjes en stadjes betekenen. Het eerste groot stadje kwam op de uitgestippelde route was Bocholt, waarbij je gemoedelijk de Bocholter Aa, een sluimerend riviertje, hoefde te volgen. Een Textielmuseum en leuk shoppingcentrum maakten het stadje interessant. Maar eerst koerste ik op Babberich aan het keurige Nederland uit richting het Duitse Elten. De warmte op mijn trainingsjack maakte dat ik met blote armen wilde fietsen. Ik legde het jack over de rugsteun die doorliep vanaf het zadel.

Na Hüthem was er een stukje bos gevolgd door een typische Duitse oversteek van een drukke autoweg. De eerste hindernis van deze zaterdag. Thuis had ik vele malen de fietsplattegrond van deze omgeving bekeken en wist welke Duitse plaatsen zouden volgen. Zodra ik Nederland definitief zou hebben verlaten volgde ik de Duitse kastelenroute. Tegen de avond zou ik vredig kunnen slapen en zou deze eerste dag geslaagd zijn. Maar het lot liep toch wat anders.

Tot Bocholt was het romantische riviertje schitterend in het zonlicht, na genoemde plaats duurde het trapwerk naar Raesfeld zwaarder dan gedacht. Misschien ook door de warmte. Ik merkte mijn lichte verbranding op mijn armen op en trok het trainingsjack weer aan. Na teveel kilometers kwam ik aan op het kerkplein in Raesfeld en nuttigde gretig mijn avondmaal naar binnen, een groentepakket van de supermarkt, sla met selderijdressing en uitjes. Het bespaarde mij het restaurant dat tegenover mijn bankje nog druk bezet was. Een hierna begon de echte ellende!

Volgens de restauranthouder nog 16 kilometer trappen zijn naar Haltern am See, niet wetend of dat autoafstanden of fietsafstanden werden bedoeld. Mijn fietskaart gaf wel enig inzicht, de praktijk bleek iets anders in elkaar te zitten. Ik wist dat Synthen redelijk ver zou zijn, maar niet wel 20 km verder. Toch moest ik eerste naar Rhade, waar ik nogmaals de juiste weg vroeg aan een  tuinierende vrouw bij haar huis. Sie mussen erst nach Lembeck und dan weiter.est is sehr weit. En toen begreep ik het niet meer. Hoever moest ik nog trappen? Bij Lembeck koos ik ervoor rechtsaf te gaan richting Wurfen. Na een klein bosgebied kon ik dan in de volgende plaats de doorgaande weg 58 volgen die in Haltern am See uitkwam. Het advies van de restauranthouder richting Dorsten aan te koersen had ik gelukkig in de wind geslagen. Ik kon de plaatsnaam niet op de kaart terugvinden. Eindeloos doortrappen over kaarsrechte 58 met nauwelijks een behoorlijk fietspad erlangs. Of wat je een stukje asfalt kunt noemen van 50 meter tussen berm en belijning van waar de auto's reden. Toch voelde ik mij op mijn gemak. Het aantal auto's viel mee en de kruispunten waren van voorzien van verkeerslichten. Alleen om 12 kilometer te trappen na 11 uur onderweg is niet makkelijk. Na anderhalfuur kwam ik eindelijk in Haltern am See, waarna ik op het Bahnhof aan koerste.

En toen wist ik het niet meer. In werkelijkheid lag het dorpje Synthen ruim 3 kilometer buiten deze plaats en moest ik via kleine straatjes bij het overnachtingsadres komen. Via alsmaar doorvragen aan voorbijgangers kwam ik Haltern am See uit en rechtsaf kwam ik in Synthen. Het had mijn vanaf het station een half uur geduurd. En nu was het de Stockwieser Kamp vinden waar het nieuwgebouwde huis van Verena stond. Inmiddels begon het langzaamaan te schemeren ik moest voortmaken. Rechtsaf de weg volgen over de spoorlijn en bij een groot hotel rechtsaf en tweede straat links.

Mijn ongeduld dat de dichte spoorbomen na 4 minuten niet omhoog gingen gebood mij de fietsers aan de andere zijde van de spoorbaan te waarschuwen. Deze waarschuwde mij echter dat de trein ieder moment voorbij kon rijden en dat er geen storing was. Ik zag een oversteek met het risico op een aanrijding het wachten weg kon nemen. Slechts 4 minuten later reed de rode trein langs en stond ik gelukkig weer veilig achter de spoorbomen. De woedende fietser aan de overzijde van de spoorbaan schreeuwde wat ik een geluk had, om niet overreden te worden. En toch had ik met mijn fiets wel aan de gevaarlijke kant van de spoorbomen gestaan.

Met mijn halfvermoeide kop kon ik de boodschap nauwelijks bevatten. Tien minuten later arriveerde ik bij het slaapadres waar een fles bier mij zou helpen snel in slaap te vallen!

----------------------------------------------------------------------
Het ontbijt was niet meer als wat bolletjes zonder gekookt ei, dat duurde mij te lang. Deze tweede fietsdag zou minder lang duren was mijn voornemen en dus kloppend worden. De twee gratis musea in Ahaus was een mooi uitstapje geweest, echter de vele kilometers trappen ware meer geschikt voor een auto. Dat kon ik beter bewaren voor een volgende keer. Een grondige inkorting voor mijn doel om tegen de avond in Borken te arriveren. Want dat was waar het mij op de topografische kaart aan ontbrak, geen vermelde afstanden tussen de plaatsen. Voor de rest waren alle kleurtjes en symbolen kloppend. In overleg met de gastheer was het plaatsje Coesfeld net te doen. Om daarna door te trappen naar Borken was niet onmogelijk.

De weg naar Bahnhof Synthen was na 5 minuten gevonden. En de wegwijzer naar Dülmen besloot ik te volgen. De zondag heeft ook in dit plaatsje gevolgen voor openingstijden van winkels en kerkdiensten. Op zoek naar een supermarkt voor mij middagmaal schoot ik bij gebrek aan kennis twee cafégasten aan voor informatie. Een tankstation ongeveer 3 kilometer verderop zou de enige mogelijkheid zijn. Na 20 minuten was ik weer terug bij de cafégasten, ik sjeesde langs ze heen nar beneden toe. Het Natürpark voorbij Dülmen was de fietsroute naar Reken, en met een duwhek als grens tussen plaats en park. Na anderhalfuur later was ik op een na laagste punt beland in het dorpje Maria Veen, na nog een lange afdaling in Gross Reken, een wijk nabij het oorspronkelijke Reken. Hier stonden in mijn verbeelding de grote villa's en deftige huizen, wat voor een deel wel klopte. Via de Ortsmitte (dorpscentrum) ging ik naar Heiden, een plattelandsdorpje voor Borken. Mijn voornemen om in die plaats een rustpauze in te lassen liet ik mij niet ontgaan. Slechts een bakker was open voor het hele dorp, de cafés waren allen gesloten. Het aardbeientaartje smaakte goed, al kreeg ik de korst door de warmte nauwelijks naar binnen. Het telefoontje van Frau Achterbach in Borken was mijn inzicht dat ik rond 17.30 uur bij het adres zou arriveren.

In de praktijk bleek dat iets later te worden. Het zoeken naar het juiste adres in een onbekend stadje is sowieso niet makkelijk, zonder wegwijsbordjes laat staan als je het Bahnhof niet kan vinden. In feite had het station hier zijn eindpunt dat werd beëindigd met het busstation. Het idee om aan de hand van mijn a4'tje te werken leek mij geen goed idee, ik zou lang bezig zijn de straatnamen te vinden. Dus belde ik nogmaals met de familie Achterbach met als herkenningspunt een AVIA-tankstation. De Lidl en Obi moest ik langs en toen begreep ik het niet meer. Het woonwijkje waar hun Privé kamers lagen was op tien minuten rijden vanaf het Bahnhof. Na nogmaals de weg telefonisch doorgeven besloot gastvrouw Agnes mij op te komen halen en een twintig minuten later waren we misschien op de hoogste heuvel van Borken. Het gastenverblijf was duidelijk een aanbouw bij het oorspronkelijke huis. Het tweepersoonsbed werd snel door Agnes opgemaakt en besloot ik het avondeten in het restaurant te eten dat Agnes mij op het Stadtplan aankruiste. De gratis liter flessen prikwater gingen er naar een helse fietstocht zeker in. Net voor 22.00 uur sliep ik in.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------

De terugweg naar Rheden had Agnes niet afgetekend op een plattegrond. Mijn fietsrit begon bij de Privatzimmer op de hoogste heuvel van Borken en ik hoopte tegen de avond weer terug te zijn in Rheden. Hopelijk vaarde het veerpontje over de IJssel nog , net als op de heenweg. Slim als ik was volgde ik de plaatsnaambordjes op de wegwijzers, de route symbolen gaven aan of het ook de weg van de fietsroutes was. Na de doorgaande weg naar Rhede en Bocholt wilde ik bij Lowick de Bocholter Aa trappen. Na een half uur vernam ik de 12-uur sirene, wat mij deed denken aan dat Nederland geen genoegen neemt buiten de eigen landsgrenzen het alarm te laten klinken. En dat op slechts 10 kilometer langs de Bocholter Aa. Bij een korte stop tegenover een golfterrein kreeg ik een raar idee mij tegen de landsgrens te bevinden. Het wegwijsbordje wees rechtsaf naar Voorst, misschien alleen een klein rondje op een kaart. Een ministukje Anholt en een kwartier later opnieuw Anholt kwam mij een beetje vreemd over. In werkelijkheid fietste ik een zandpad over dat van de ene straat van het dorp doorliep naar een asfaltweg dat de verbinding vormde met de hoofdweg naar Anholt. Raar maar waar!

Na 4 kilometer had ik het keurige en strakke stratenpatroon van Nederland bereikt. De wegwijzers in Duitsland lieten mij vaker verrassen, simpelweg omdat niet alle doelen volgens een directe weg bereikt hoeven te worden. Zonder de bekende routenetwerken rijden alle bekende fietsroutes via de bekende wegwijzers. Dus met een beetje omweg bereikte ik Gendringen. Via de vermelde routenetwerken ging het van Azewijn naar Zeddam, door het Bergherbos en via Didam en de graslanden naar Lathum. Het pontje heb ik gehaald, ik had tot 20.00 uur de tijd, en ik arriveerde heelhuids weer in Rheden.