Onderlangs de Elterberg
Het wordt na al die jaren een terugkerend fenomeen. Het warme zonnetje voorspelde dat ik wel degelijk zou kunnen verbranden. Via het alom bekende veerpontje bereikte ik de afslag van het restaurant bij Lathum. Om de grens met Duitsland te bereiken wilde ik de IJssel en Rijn volgen tot voor Pannerden. Via fietsdijkjes en autodijkjes bereikte ik de afslag waar fietsers linksaf worden gestuurd voor Zevenaar en Aerdt. De kronkelende dijk liep langs huizen waarvan de daken tot aan de dijk aan toeliepen. Dat was misschien heel normaal toen een paar eeuwen geleden ze gebouwd werden. Dit hield aan toen ik het dorpje Aerdt bereikte. Na Herwen koos ik voor de route die ik eerder thuis had uitgestippeld. Ik herinnerde mij vaag de keer dat ik hier was uitgestapt uit de lijnbus voor een rondwandeling. Ik reed niet langs de Bijlandse plas, maar ging rechtstreeks naar Lobith. Om de landsgrens te bereiken wilde ik niet langer een omweg maken. De dijk werd een straat door Lobith die uitmondde op de lange bomenweg naar Elten. Ik kon al wel het torentje op de Elterberg zien, voor het dorp zou ik nog tien minuten moeten trappen. Het memootje met cijfers van de fietsroutes haalde ik vlak voor het Duitse grensdorp uit mijn broekzak. Bij nr 32 zou ik beginnen. Door het dorp zelf heen en het verlaten was niet moeilijk. Het klimmetje over de spoorweg en het tunneltje onder de spoorweg waren weer typisch Duits.
Een nieuw weggetje had ik meteen na het tunneltje gevonden. Onderlangs de Elterberg fietste ik lang vakantiehuisjes bij een schattig meertje. Niet eerder ging ik zo langzaam omhoog en vervolgens wat meer en langer omlaag. Ik wilde Emmerich vermijden, wat alleen lukte door net het laatste stukje industriestraat van het stadje mee te nemen. Het landschap werd weidser, de snelweg was niet meer te zien. De zalige rust van de kleine plaatsjes kwam weer terug. De 30 graden die mij tijdens het trappen overwelmde zou mij doen besluiten vlak voor Isselburg het flesje Icetea te openen. HEt flesje besloot ik hierna te bewaren voor later. De twee drempels in Isselburg waren een kleine hindernis dat weinig meer voorkomt in Duitse plaatsjes. De eerste omweg die ik moest maken kwam vlak voor Loikum. Geen enkele wegwijzer wees de richting aan en het grote fietspad was rechts in de verte afgesloten. De wegwerker in zjn werkauto wees mij voor Loikum de enige juiste richting aan, linksaf en verderop naar rechts. In Loikum zou Dingden niet ver meer zijn. Bij cijfer 3 en 2 op mijn memootje had ik het plaatsje bereikt.
Bij de kerk van Dingden belde ik tevergeefs naar het mobiele nummer van Johannes, de man met wie ik via de Airbnb had gechat. Alleen een Whatsapp-bericht versturen lukte wel. Het Wifi-signaal werd even opgepakt. Het ontbreken van voldoende zendmasten was hier waarschijnlijk het gevolg van. Ik wilde eerst wat eten voordat ik naar de Loikummerstrasse zou rijden. Ik zag eerst een kleine pizzeria, maar koos een stukje verder voor een supermarktbezoek. Ook voor morgen overdag kocht ik een appel. Net voor zeven uur belde ik aan toen Johannes opendeed. Hij wilde een paar minuten later weg naar zijn ouders en zou rond half tien weer terug zijn. Een beter toeval bestond er niet! Voordat ik de oploskoffie zou drinken kon ik niet rustig liggen of lezen, het vele trappen was daar het gevolg van. Met de smartphone aan de oplader lukt het lezen nu wel, maar van slapen wilde ik nog niet weten. Pas rond tien uur, nadat Johannes mijn goede nachtrust had gewenst ging ik mijn tweepersoonsbed in.
Het pontje over naar Xanten
Met zonnig weer reed ik weg van het mooie huis met een prachtige tuin. Al die groene struiken en welruikende bloemen waren een verademing voor je neus. Gisteren had ik al in het zijtuintje wat geprobeerd, ondanks mijn vermoeidheid, te lezen, nu ging mijn gedachte daaraan niet meer weg. Deze Johannes was een huiseigenaar die alles netjes onderhield.
Ik wilde de tweede dag naar Nederland terugfietsen. Of eigenlijk tot twee kilometer voor de landsgrens, langs de Kleverstrasse. Het was net negen uur geweest en Johannes had mijn grote rugzak stevig vastgegespt met de spinner. Mijn plan was om eerst de Rhein-rivier te bereiken en aan de andere oever Xanten te bereiken. Na het treinstation van Dingden koos ik rechtsaf naar Ringelenberg. Mijn portemonnee was bijna leeg van contant geld en zeker voor de veerpont over de rivier durfde ik met 1,50 Euro niet aan te komen. Dus een bankautomaat of Sparkasse was heel raadzaam. In het volgende plaatsje zou ik zeker kunnen slagen, wat erg tegenviel want alleen twee winkels fietste ik langs. Gelukkig in Hamminkeln had ik wel resultaat toen ik het vroeg aan een voorbijganger. Slechts een kilometer verder pinde ik 20,00 Euro uit de afgesloten bankautomaat. Ik wilde natuurlijk niet alleen de overtocht mee betalen, ook het avondeten zou hiermee van pas komen. Voorzien van het benodigde geld reed ik Hamminkeln uit over de doorgaande weg. Aan het einde kon ik links of rechts langs de voortrazende auto's en vrachtwagens. Via een prachtig kasteeltje ging ik net voor Bislich een ruime fietsdijk op die naar de veerpont liep. Het risico dat het veerpontje uit de vaart was genomen, was te verwaarlozen. Op het fietsdijkje verderop kwam ik al genoeg tegemoetkomende fietsers tegen. Mijn fietsvlag begon al meer te wapperen, wat betekende dat we bij de rivier waren. Na de overtocht was het nog 4 kilometer naar het stadje Xanten, dat ik een aantal jaren eerder al was binnengekomen in noordoostelijke richting. Ik kon inmiddels de cijfers op mijn memootje nauwelijk meer lezen, en was dus aangewezen op de fietswegwijzers. Ik koos het kleine omweggetje zodat ik bij het treinstation uitkwam en bij het stadspark met een vreemd gebouw. Ik wilde in noordoostelijke richting naar Marienbaum om uiteindelijk in Kleve aan te komen. Na de korte lunch bij een speeltuintje langs het kaarsrechte fietspad, koos ik de omweg via fietsnummers 69 en 71 om in het kleine stadje Kalkar te geraken. De klimmetjes en flinke daling voor de bebouwde kom waren heel bijzonder. Wat zou ik andersom mij geweldig laten uithijgen in de eerste versnelling. Net na de gracht stopte ik bij twee jonge vrouwen die als Jehova Getuigen hun bekende boekjes gratis aanboden. Ik weigerde, want ik had op het station Nijmegen ook al eens zo'n boekje meegenomen en wist wat hun levenswijze was.
Na het verlaten van Kalkar trapte ik eerst richting Wissen en toen koerste ik aan op Bedburg-Hau. Om Kleve te bereiken wilde ik niet meteen de doorgaande weg kiezen, al kwamen de laatste kilometers op een rustigere weg aan. De kermiskaravaan vlak langs de spoorbaan was een leuke verrassing. Niet, dat ik daarvoor gekomen was, alleen voor tijdens een fietstrip zit ik daar niet meteen om te springen. Ik wilde eerst eens het centrum in, wat betekende dat er twee korte regenbuitjes mijn weg kruiste. De Edeka supermarkt bevond zich langs een druk parkeerterrein en achter het kermisterrein. De supermarkt, bevatte alles voor de veeleisende klant. Ik moest beslist een kleine avondmaaltijd en juist ontbijt kopen, want op het kampeerterrein hadden ze geen ontbijt. Het team was er juist om gasten te wijzen op hun standplaats en te helpen bij kleine probleempjes. Om het team Vlierhof te bereiken, moest ik richting het noordoosten, zeg in een schuine bocht de Rijn volgen. Ik zag geen rivier, alleen de dijk bij het plaatsje Düffelward. Rechtsaf was al de Kleverstrasse, dus de straatnaam klopte met de beschrijving. Het plaatsje Keeken, lag van deze straat af, toch bevond het kampeerterrein zich aan de zijde van het dorpje. Op het kampeerterrein kon ik de houten wegwijzer met RECEPTIE moeilijk vinden. Na even wachten verwees de lange man mij door naar de Lotuswoning die zich bijna achteraan bevond. Het witte gebouwtje was erg klein en alleen het tweepersoonsbed op de bovenverdieping gaf aan dat je hier met twee personen kon overnachten. Het trappetje was erg smal en kon ik makkelijker op dan naar beneden. De man bood aan mijn morgenochtend naar beneden te helpen. Voor een nachtje durfde ik dat wel aan.
De terugtocht via Pannerden, het dorp met pit
De slaap in mijn tijdelijke tweepersoonsbed was mij goed bevallen. De bruine rolgordijntjes boden voldoende afscherming tegen het daglicht om niet meteen met een flets wakker te worden. Ik besloot na de douchebeurt mijn vier bolletjes en sapje, dat ontzettend zuur smaakte, voor het ontbijt te nemen. Het korte ommetje langs de kleine moestuin en kleine grot waren aparte indrukken. Ondanks dat ik nog steeds in Duitsland was, waren er naambordjes met groentesoorten duidelijk af te lezen. Ik lette daar dan ook meer op dan de groentekleuren in de kleigrond. Een honderd meter verder was de diezelfde kleigrond aan het vervallen. Verderop stond het kleinste grotje dat ik ooit gezien had. Binnenin leek het op een soort van plekje waar je vlak voor het slapen gaan even tot rust wil komen. Op dit kampeerterrein was dat heel apart neergezet, al leek het of ik de enige persoon was die het totaal niet interessant vond.
Ik had geen plan om voor een bepaalde tijd de eindstreep bij mijn huis te halen. Ik wist de route wel van de topografische kaart, toch laat ik mij ook leiden door de wegwijzers lang de wegen. De Kleverstrasse ging eerst door het buurtschap Bimmen, alvorens ik de enorme bruine boerderij bereikt met enorm hoog huisnummer. Hierachter begon Millingen aan de Rijn en en daarmee het Nederlandse straatwerk en kenmerkende straatnaambordjes. Ik zou om in Rheden aan te komen van twee veerdiensten gebruik maken. Mijn vooringenomen angst dat ze niet zouden varen waren ook nu te verwaarlozen. Net aangekomen bij de Rijn zag ik het veerpontje aankomen varen van de overzijde.In de zomer begonnen ze vanaf 10.00 uur te varen, dus ik hoefde niet vroeger aan te komen. Vlak voor ik het dorp met pit, Pannerden, bereikte lag het enorme zandterrein met daarlangs een kaarsrechte asfaltweg waarover de Hanzeroute ging. Het was hier heel stil en ideaal voor rustzoekers. Bovenaan de dijk, net Pannerden verlaten, nam ik nogmaals het stukje over de schuine dijk naar het kruispunt waar ik ditmaal linksaf sloeg naar Zevenaar. Aan beide zijden lag het natuurgebied De Gelderse Poort met nu in de zomer veel bloeiende bloemen. Het dijkje linksaf op en later weer rechtsaf naar Groessen. Ik wilde voor ik bij het restaurant bij Lathum kwam mijn enige banaan nog wegwerken. Ik vond het bankje met prullenbak tegenover het flat restaurant en de snelweg A12, nog net in Duiven. Straks zou ik nog het stukje natuur nemen dat voorlopig onbebouwd zou blijven. De Kerkstraat en Galstraat lagen er nog precies bij als een aantal jaren terug. Het zonnige weer had sinds gisteren een mix met bewolking gekregen, waardoor ik boven de IJssel een prachtige lucht zag. Nog slechts twee kilometer voor ik mijn grote rugzak kon aftuigen van mijn ligfiets.