De emmerikerbrugensiebenerwald

Driedaagse fietstrip 2025

Een aantal dagen na mijn 42ste verjaardag zou het goed zomerweer worden voor de jaarlijkse fietstrip. Vol ijver had ik afgelopen weken de fietsnummers en overnachtingsplaatsen uitgezocht. Het pontje bij Griethausen voer niet op donderdagen en dus moest ik de brug over bij Emmerich am Rhein. De hoge brug met rode kleuren was al een kunstwerk op zich. Ik zou hoe dan ook met hoogteangst wel overwinnen.

In het plaatsje dat ten noorden van Goch ligt, Pfalzdorf, en in Wijchen had ik geboekt voor een nacht slapen zonder ontbijt. Dit zou ik zelf inkopen. 

Ik koos voor de boerderij van Jana-Maria omdat ik hield van de kwetterende vogeltjes die heel vroeg in de ochtend mij wakker zouden maken. Landelijk gelegen zou de boerderij een aantal kilometers van Pfalzdorf liggen. 

Voor het aparte huisje van Kim, dat achter zijn eigenlijke huis lag, had ik meer naar de prijs gekeken en dat het dichtbij het NS-station lag was alleen maar makkelijk te onthouden. Alleen de juiste straatnamen af fietsen was een gedegen opdracht. 

Na het Rhedense pontje en de landelijke weggetjes koos ik de route door Didam en langs de Bergsche bossen. Voor het bereiken van het grensplaatsje 's Heerenberg moest ik dalen en stijgen oer het fietspad, iets wat normaal is in het Montferland. De Achterhoek lag meer naar het oosten. Het inrijden zonder plaatsnaambordje te zien was een verrassing, het fietspad liep verder door, Toch bij het inrijden van de weg omlaag moest dit haast wel het grensplaatsje zijn. Huis Berg lag op lagergelegen grond en was in de zon best mooi om te zien. Er lagen enkele kilometers tussen het grensplaatsje en Emmerich am Rhein, wat door lege weilanden werd gevormd. 


Ik wilde eerst in Emmerich mijn middaglunch opeten, toch kwam de rode brug nog voor ik het centrum bereikte. Dan eerst maar mijn angst overwinnen, ook al omdat ik alleen op het linkerfietspad eroverheen kon. Renovatie van de rechterzijde was in volle gang. Gelukkig vond ik aan de overkant een rustig plekje voor mijn lunch.

Een omweg via Kalkar en Mariabaum naar Goch was puur als toeristische route bedacht. De fiets wegwijzers volgend kwam ik rond 15.00 uur in het centrum van Kalkar aan. Maar een aantal kilometers later raakte ik de weg kwijt. De doorgaande straat was opgebroken waardoor het zand en gruis niet bevorderlijk waren voor mijn wielen. Na even verkeerd rijden en de weg vragen koos ik uiteindelijk voor de goede bos weg richting Uedem. De weg ging eng rechtsaf en bij een afslag ingeslagen dronk ik flink wat sap uit een flesje en at de appel gretig weg. Ik wilde niet Kevelaer rijden, ik moest naar het westen wat betekende ik eerst door Uedem moest trappen. Het duurde toch langer dan gedacht om Goch te bereiken. Het gevaarlijk stuk fietspad was toch de enigste mogelijkheid om rechtsaf naar het Bahnhof te rijden. Het was inmiddels 17.00 uur geworden en het zoeken naar een grote supermarkt, Rewe, was niet moeilijk. Even zoeken en warempel, daar was het logo van Rewe al te zien. Na het inkopen en mijn avondmaaltje ging ik via een verrassende route naar Pfalzdorf om over de Kleverstrasse binnen te komen. Het hobbelige fietspad was duidelijk in slechte staat, maar zou ik morgenochtend hopelijk niet hoeven nemen, als ik eert weer terug trapte naar Goch. Bij het inrijden van Lindaustrasse besefte ik dat het nog enkele kilometers trappen zou zijn om bij de boerderij op nr. 23 te geraken. Gelukkig zag ik het huisnummer vanaf mijn ligfiets aankomen, en wachtte Jana Maria mijn in haar achtertuin op.

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Bij het horen van de fluitende vogeltjes wist ik dat ik prinsheerlijk wakker werd. Ik zou eerst nog even inslapen alvorens op te staan. Mijn kleine ontbijtje smaakte goed en net voor 09.00 uur zadelde ik mijn twee tassen achterop de ligfiets. 

Om in het Nederlandse Wijchen te geraken, ging ik via de provincies Limburg en Brabant, grotendeels langs de Maas-rivier trappen. Naar het noorden en dan de bocht naar links volgen. Via een verrassende route kwam ik in Goch aan, waar ik na even denken richting Weeze reed. Ik wist dat er ook een vliegveld Weeze bestond, of ik daar zou langskomen wist ik niet. Vreemd genoeg reed ik via de routenummers door het plaatsje Hülm, met een wel heel aparte kerk. De Nederlandse vlag bij het grote woonhuis vond ik wat te vroeg om al in Nederland te arriveren. Toch was ik blij het Nederlandse plaatsje Siebenwald in te rijden, hoewel de Duitse plaatsnaam Goch op de wegwijzer het plaatsje ook in wees. Een lang fietspad rechtdoor zou mijn in Afferden brengen, een typisch Limburgs plaatsje aan de Maas. Voor 1,00 Euro kon ik de pont over om aan de linkeroever richting Boxmeer. Het Brabantse landschap is niet wezenlijk anders, toch zou ik hier per ongeluk een verkeerde route kiezen richting Haps. 


Na Gennep reed ik op bekend terrein, waar ik jaren terug het zandpad herkende toen ik in Milsbeek had overnacht. Ik had toen de omweg langs het pontje van Cuyk genomen.

Ook wilde ik niet alleen de pontjes nemen over de Maas, dat bespaarde wat Euro's. Na wat klein inkopen te hebben gedaan in Gennep en het pontje bij Cuyk, reed ik per ongeluk verkeerd door een route te kiezen die niet langs de Maas liep. Ik hoefde Haps gelukkig niet in, maar moest flink omrijden om uiteindelijk bij Beers te geraken. Ik reed achter een grote waterplas het fietsdijkje op langs de Maas. Vroeger dan gedacht was Grave in zicht, waar ik perse de grijze en saaie brug wilde oversteken. Geen kunstwerk zoals bij Emmerich am Rhein, maar wel een juist punt om bij Wijchen aan te komen. Na het schattige plaatsje Balgoy, kwam ik bijtijds aan in Wijchen om te zoeken naar de Kersenstraat.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Ik wilde op weg naar Rheden, maar twee pontjes kiezen en dus moest ik door Nijmegen via het Keizer Karelplein en de snelbinder, de fietsbrug over de rivier de Waal. Via een verrassende route kwam ik aan in Huissen waar ik een korte fietsstop in lastte. Het eerste pontje en het tweede pontje zouden mij uiteindelijk in Rheden brengen.

Het ontdekken van Eibergen en Dinxperlo

Verborgen molen

De dag begon heel zonnig met kans op temperaturen boven 20 graden. Helaas kwam de koppijn, die ik het laatste jaar wel meer ervaarde, weer naar boven. Toch wilde ik nu zeker de fietstrip beginnen, morgen zou de koppijn verdwenen zijn. Het insmeren met factor 30 was ik niet vergeten, ik zou anders met rode plekken aankomen op mijn overnachtingsadresje. Het veerpontje stond gelukkig aan mijn zijde van de rivier te wachten. Zo rond 09.00 uur is het nog heel rustig, de echte strandgasten voor het Rhederlaag zouden over een uur wel aankomen wandelen en fietsen. Ik koos er dit jaar voor om de Achterhoek noordelijk te verkennen. Eibergen was mijn doel, om daar voor 18.00 uur aan te komen. Om Duitsland te halen was wat teveel gevraagd. Het moest geen race tegen de klok worden. Ik volgde de IJssel-rivier noordelijk, echter niet tot Zutphen. Deze stad had ik vaak genoeg bezocht en behoorde daarmee niet tot de plaatsen op mijn fietstrip. Het mini-plaatsje Rha koos ik uit om naar het oosten af te buigen. Ik was hier niet eerder geweest, al heb ik al fietsend deze regio wel eerder doorkruist. Toch was Steenderen volledig nieuw voor mij, waar ik bij de grote kerktoren mijn eerste slok water nam. Mijn nieuwe waterfles was groot en had een handige schroefdop.

Mariakerkje

Ik had nog niet eens de helft van de afstand afgelegd, en gelukkig was ik nog niet uitgeput van de warme temperaturen. Nog een aantal grote dorpen wilde ik doortrappen om kennis te hebben van wat zich er afspeelde. In Hengelo kwam ik erachter dat er kermisattracties waren opgebouwd. Een enorme vrachtwagen stond schuin-geparkeerd en versperde dus de weg. Nou was het hier niet belangrijk om een vervangende weg aan te geven, zodat ik net een opening vond tussen twee kermisattracties en mijn weg weer kon vervolgen.

Bij Ruurlo denken de meeste mensen aan de Zevensprong, het boek van Tonke Dragt. De wegwijzer staat er nog steeds. Ik trapte er niet langs. Om het dorp via de spoorlijn en een doorgaande weg te verlaten leek de beste optie. In Borculo bevindt zich een brandweermuseum dat ik van tevoren had uitgekozen, mocht ik tijd genoeg hebben. Helaas gaat dat niet echt, als je bijtijds op je einddoel wil arriveren. Net voor 17.00 uur trapte ik het grote Eibergen in, gelukkig niet verbrand, wel met een voldaan gevoel. Het grote plaatsje ligt in de kop van de Achterhoek, niet ver van de provinciegrens met Overijssel. Mijn twijfel dat ik mij niet meer in Gelderland bevond had ik eerder al gezien op Google Maps. De fietsroute leidde mij over de kleine weggetjes, zodat ik ongemerkt het plaatsnaambord niet zag. De bekende attractie van dit plaatsje, de Malummse molen, was niet datgene waar ik op uit was. En ik was al bij Rha een vaag silhouet van een molen tegengekomen. 

Ik moest wel wat avondeten kopen. Een klein restaurantje had niet mijn voorkeur. Daarom koos ik voor een kleine groentemaaltijd met een milkshake-drankje uit de JUMBO. Mijn ontbijt had ik eerder al ingekocht, dus daar maakte ik mij niet druk om.



Ik wilde vóór het voorspelde noodweer zou losbarsten op mijn overnachtingsadresje aankomen. Omdat het plaatsje Rekken niet op de borden stond, besloot ik de routenummer 70 te volgen. Dat was de juiste route volgens het fietsbord in Eibergen. Later dan ik dacht kwam ik aan bij het dorpje. Ik moest nu de Hölleweg afrijden om bij de Rakekolkweg te geraken. Deze 4 kilometers waren beangstigend lang. Even dacht ik bijna aan het einde van De Hölleweg weg uit te komen. Gelukkig bleek het huisnummer 1 en het sleutelkastje zo te zijn gevonden. Het echte noodweer zou pas later op die avond beginnen.

Ik werd te vroeg wakker, maar wel met besef dat ik in een veel groter bed lag. Ik hoopte dat mijn ligfiets niet al te nat geworden was van de regen van gisteravond. Dat ik een natte kont zou overhouden van het zitten op het zachte kussen was niet te hopen. Ik verlangde niet meteen naar een douche, wel naar een klein ontbijtje dat in de koelkast koud stond. Ik verlangde sinds gisteren niet naar brood, maar naar drinkbare melk en yoghurt. Daar had ik rekening mee gehouden, alleen het halve bolletje kreeg ik nog net op. Helaas had ik niemand op mee te praten, want het echtpaar dat dit huisje verhuurde was voor onbepaalde tijd vertrokken. Zonder afscheid te nemen, legde ik de huissleutel terug in het kastje met cijfercode. Met een fel ochtendzonnetje trapte ik de weg verder waar ik gisteren afgeslagen was. Mijn waterfles, een aanwinst met een mooie schroefdop, lag goed vast op mijn rugtas. Het was er gisteren al afgevallen, dat mocht, straks rijdend door Duitsland, mij toch niet overkomen. Het stevige plastic kon er wel tegen. En daarmee betekende dit ook dat je als eenzame fietser je eigen vaardigheden moest eigen maken. Als zo'n fles wel zes keer op een dag is gevallen, wil je dat liever dan voorkomen om hem niet meer terug te kunnen vinden. Een vriendelijk persoon kan hierbij ook een juiste aanwijzing geven.


Bocholter Aa

Ik koos aan het einde van de Hölleweg rechtsaf te slaan, voor mij gevoel de juiste richting. Ik bevond mij niet ver meer van Duitsland, maar was benieuwd of ik uit zou komen bij een bekend plaatsje dat had uitgezocht op een digitale fietskaart. Sneller dan verwacht bereikte ik Wennewick - Oldenkott, met een groot restaurant dat zich nog net op Nederlands grondgebied bevond. Het was heerlijk rustig.


Jezus aan het kruis

Nu zou ik heel regelmatig de opgeschreven routenummers volgen die mij naar Süderwick zouden leiden. De routenummers stonden duidelijk op de wegwijzers waar Duitsland mee is vol gezet. Geen losse paaltjes met nummering, waar Nederland mee is volgezet. Ik zou wel een keer van de route afwijken. Ik moest straks wat broodjes kopen om mijn eventuele honger te stillen. Ondanks mijn droge keel, mocht ik het brood niet missen. Ik koos Vreden uit, deze plaats had zeker een supermarkt. Om eerder rechtsaf te slaan, dan stond aangegeven, was gewoon een ingeving. Het gele bord met Vreden was al te lezen. Als ik maar bij het centrum zou komen.

Al trappend moest ik zuidelijker gaan, kriskras over rustige weggetjes en eenmaal over een gruisweg die haast oneindig rechtdoor leek te gaan. De grijpmachine werd alsmaar groter en passeerde ik na een kwartier. Ik wist niet of deze gruisweg zou overgaan in asfalt. Blijkbaar was hier het nut van goed asfalt niet belangrijk. Pas net voor Südlohn werd het een stuk minder gevoelig voor de fietsbanden.

Om verkeerd te rijden ligt niet in mijn aard, toch gebeurde het onvermijdelijke. Ik reed niet naar het zuiden maar naar het oosten, pas bij een groot kruispunt kwam ik erachter. De dichtstbijzijnde plaats was Weseker, wat mij het beste idee leek. Ik baalde wel, toch was ik niet bang. Als ik een routekaart langs de weg zou tegenkomen had ik een idee voor mij route. De weg naar Weseker was verschrikkelijk saai en de kerktoren leek ook niet dichterbij te komen. Toch was dit de juiste route, ik had geen andere keuze.


Grens D - NL

Mijn lunch at ik naast het grote terras van een restaurant in het plaatsje Weseker. Met veel tegenzin reed ik toch de vier kilometer naar Burlo over de volgende saaie weg. Ik had de fietsroute over het hoofd gezien. Om linksaf te slaan was een verkeerde inschatting geweest. Oeding lag niet meer in mijn planning, maar om naar Borken te trappen was teveel van het goede. Tot mijn opluchting gingen de 6 kilometer nu over een saai fietspad naast de doorgaande weg. Voor mijn eigen oriëntatie wilde ik eerst naar het centrum van deze plaats. Een goede zet, al twijfelde ik wel degelijk wel richting ik moest kiezen, want ik moest zeker weten naar het westen toe, terug naar Nederland. Helaas deed een felle regenbui mij schuilen onder een soort van bankgebouw met zware pilaren op de stoep gebouwd. Na een kwartier durfde ik de wegwijzers naar Rhede/Bocholt te volgen, wat mij zelfs over een stukje parkeerplaats van een sportcomplex leidde.

De derde oersaaie weg naar Rhede had als voordeel dat het nu door een rustig bosgebied ging, met helaas alleen zwaar gesteente, wel minder erg dan het eerdere gruis.

Ik wilde perse voor zes uur in Süderwick aankomen, wat betekende dat alleen in Bocholt doorgetrapt moest worden. Wilde ik tenminste in een rechte lijn verder trappen. Gelukkig kon ik heel makkelijk naar het westen door het stadje, een voordeel. De weg naar de landsgrens was niet enkel vanwege de zon maar ook vanwege het landschap adembenemend mooi. Volg de Bocholter Aa en je waant je langs een paradijselijk riviertje, zou makkelijk in een reisgids vermeld kunnen worden. Tweemaal moest ik het riviertje oversteken en eenmaal zag ik wat kanovaarders rondpeddelen. Pas na anderhalfuur sloeg ik bij wegwijzer 54 af naar Süderwick. Het eindpunt kwam in zicht. Bij het binnenrijden van Dinxperlo had ik al twee kilometer van Süderwick gezien. Dit grensplaatsje ligt praktisch in twee landen. Ik wilde om vijf uur in de middag beslist niet het Grenslandmuseum of de Rietstapkerk bezoeken. Daarvoor was ik te hongerig en bovendien zou de deur niet opengaan voor een fietser met interesse in de plaatselijke cultuur. Wel wist ik de Jumbo-supermarkt te vinden, nadat ik onder de grote wandelbrug van het gemeentehuis was gereden. Straks zou ik twee kilometer Duitsland weer inrijden, met een tweede ontbijt in mijn volle rugtas. 

Ik zou overnachten op een bovenkamer waarvan ik de sleutels zou ontvangen van Björn, de man van de eigenaresse van de grote overnachtingsbovenkamer.

Gelukkig stond ik niet op met koppijn, wel met een dorstgevoel. Het vele trappen in de zomerse temperatuur was hier de oorzaak van. Om deze ochtend mijn zelf ingekochte ontbijt op te eten, had ik wel rekening mee gehouden. Na het korte afscheid van Tanja de eigenaresse, trapte ik na twee kilometer voorbij de Zoll-slagboom die er meer voor de sier stond, dan aan te geven dat je moest betalen. Ik ging terug naar keuzepunt 54 en daarmee de Bocholter Aa. Na de tweede onderdoorgang onder een typische Nederlands viaduct besefte ik dat ik in Nederland was. Hopelijk zouden de kilometers naar Rheden wel volgens de juiste routecijfers verlopen. In de weilanden heb je niet in de gaten dat je afslaat van het kleine riviertje, en zo reed ik Ulft binnen. Een behoorlijke plaats, waarbij ik langs de bekende DRU kwam, een industriepark met een toren en complexen.

Giro fiets in UlftIk verliet de plaats om een bekende route door de weilanden af te leggen. Zeddam ligt aan de voet van het Bergerbos, wat ik zag aan het straatje dat een licht platvoets trapte. Ik koos om de plaats te verlaten via de grote rotonde, want dan hoefde ik niet heel zwaar het plaatsje te verlaten. De zes kilometer door het bos bevatten een aantal venijnige klimmetjes. Het binnentrappen van Beek, was toch anders dan over de Schietbergseweg het Pannenkoekhuis Strijland in de verte zien aankomen. Hier waren meer graslanden en een langere remweg toen ik de eerste huizen zag liggen. Wat volgde na Beek was een nieuwe route. Na een tunneltje trapte ik onder de grote versierde kransboog in Oud-Dijk. Om als een koning onthaald te worden!

Het gebeng van de kerkklokken van Didam gaf aan dat het noon-tijd was. Het buurtschap Greffelkamp vormde de entree tot de eindeloze weggetjes naar Lathum en Giesbeek. Dit gebied blijft gewoon erg mooi! Om in de verte de bosrijke heuvelrug van de Veluwezoom te zien. Al 6 jaar geniet ik hiervan!

Deze keer kwam ik bij Giesbeek uit, slechts een aantal kilometers van het Rhederlaag. Het watersportgebied was niet overmatig druk, al stonden er nog steeds de witte schermen, die nog niet waren weggehaald. Vlak voor ik de weg naar het veerpontje nam, lukte het mij een kaas/ui broodje op te eten. Mijn droge keel belette mij niet deze fietstrip zonder hongergevoel te beëindigen.